e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vals spelen brodden: (is dit anwoord op een andere vraag?)  hij brot (Kuringen), foetelen: foetele (Kuringen), (is dit anwoord op een andere vraag?)  hij foetelt (Kuringen), (is dit niet antwoord op een andere vraag?)  hij foetelt (Kuringen) In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)] || Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
valsspeler foetelaar: foeteleer (Kuringen) Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2
van hoge afkomst van het groot volk: van ’t groet volk (Kuringen) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van veren wisselen ruiven: roǝvǝ (Kuringen), ruizelen: rø̜i̯zǝlǝ (Kuringen), rē̜.zǝlǝ (Kuringen) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vange (Kuringen) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2
vanzelfsprekend dat spreekt: da sprikt (Kuringen), natuurlijk: da es natuurlijk (Kuringen) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen varen: varen (Kuringen, ... ) varen [ZND 08 (1925)] III-3-1
varken varken: vęrǝkǝ (Kuringen), vɛ.rǝkǝ (Kuringen), vɛrǝkǝ (Kuringen) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lipǝr (Kuringen), līpǝr (Kuringen) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten vetten: vętǝ (Kuringen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12