e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hebben hemmen: heͅmən (Kwaadmechelen) hebben [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
hecht van een mes handhaaf: eerste a middellang, tweede lang  hānthāf (Kwaadmechelen) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
heer heer: i.ər (Kwaadmechelen) heer [RND] III-3-1
heermoes paardestaart: pɛ̄ǝrǝstat (Kwaadmechelen) Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] I-5
hees, schor hees: hiejes (Kwaadmechelen), hiesch (Kwaadmechelen), hījəs (Kwaadmechelen) hees [ZND A2 (1940sq)] || hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heet, hitsig vuil: vø͂ͅl (Kwaadmechelen) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heg, haag haag: hōͅx (Kwaadmechelen), hofhaag: hoͅfhōͅx (Kwaadmechelen) Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)] III-2-1
heggenmus koolmusje: doorgaans Frings, soms eigen spelling  kølmøskə (Kwaadmechelen) heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1
heibezem borstel: rijshout of brem  bø̞sl (Kwaadmechelen), heibezem: voor binnenshuis  haaibessem (Kwaadmechelen) bezem [RND] || bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heilaarde, dichte zwarte grond schurft: sxørəft (Kwaadmechelen) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4