e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jeneverbes zwarte bezie: zwette bezen (Kwaadmechelen) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] III-4-3
jeugd, jongelieden jong, de -: joeng (Kwaadmechelen) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jeuken jeuken: ujeken (Kwaadmechelen) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht jicht: jeXt (Kwaadmechelen) jicht [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
jong dat pas kan vliegen vlug: vløch (Kwaadmechelen) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen stokverens: [Ze hebben -.]  stòkfērəs (Kwaadmechelen) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje klister: klitsər (Kwaadmechelen), kwatsel: kwatsər (Kwaadmechelen), vogeltje: mv.  vōgəlʔəs (Kwaadmechelen, ... ) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. malibloot: maaibloot?  ma.liblu.ət (Kwaadmechelen), plat: plat (Kwaadmechelen) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: IPA  juŋk (Kwaadmechelen) Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] III-4-2
jong varken bag: báx (Kwaadmechelen), baggetje: bagǝkǝ (Kwaadmechelen), klein varken: klē̜ vɛrǝʔǝ (Kwaadmechelen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12