e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge brasem bliek: IPA  blik (Kwaadmechelen) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge geit lammetje: lęmǝʔǝ (Kwaadmechelen) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Kwaadmechelen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: joen (Kwaadmechelen, ... ), jongen: joenge (Kwaadmechelen, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Kwaadmechelen) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste vogeltje uit het nest kakelnestje: IPA, omgesp.  kaʔəlnɛšə (Kwaadmechelen) jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] III-4-1
jumper losse bloes: losse bloes (Kwaadmechelen) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: een blaaf klieëd (Kwaadmechelen), kliət (Kwaadmechelen), klījət (Kwaadmechelen), kutoenen klied (Kwaadmechelen), ə blaat klieëd (Kwaadmechelen), ən blaaf klied (Kwaadmechelen), meervoud: kliër  kliët (Kwaadmechelen) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || kleed [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
jus, vleesnat jeugd: jeugt (Kwaadmechelen), saus: Syst. IPA  sø͂ͅs (Kwaadmechelen) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaak wang: waŋ (Kwaadmechelen) kaak [N 10b (1961)] III-1-1