e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

Gevonden: 3537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balletje bij het bikkelen balletje: baləʔə (Kwaadmechelen) Het balletje of de knikker. [N R (1968)] III-3-2
bandschort met borststuk fantasievoorschoot: fantazievöschoeət (Kwaadmechelen), fantazivøsXuət (Kwaadmechelen), hoge voorschoot: hoeəgə vöschoeət (Kwaadmechelen), huəgəvøsXuət (Kwaadmechelen) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] || schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
baret blauwe muts: blaaf muts (Kwaadmechelen) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs barmsijsje: doorgaans Frings, soms eigen spelling  bɛrmseͅskɛ (Kwaadmechelen) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barrevoets: bɛrəvyts (Kwaadmechelen) blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskul (Kwaadmechelen) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bebroed onbevrucht ei lot ei: luǝt āi̯ (Kwaadmechelen) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅt (Kwaadmechelen, ... ), be̝ͅt (Kwaadmechelen), sponde: alleen van bed gezegd  spoͅn (Kwaadmechelen) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)], [ZND A1 (1940sq)], [ZND m] III-2-1
beddenhemel hemel: hēməl (Kwaadmechelen) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddenlaken laken: lōͅkən (Kwaadmechelen) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1