e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voet voet: vūt (Kwaadmechelen) een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
voetkussen poef: puf (Kwaadmechelen) Kussen voor de voeten als men zit (voetkussen, poef) [N 79 (1979)] III-2-1
voetpannen neuzelpannen: nø̄zǝlpanǝ (Kwaadmechelen) De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.] II-9
voetzool zool: zool (Kwaadmechelen, ... ) hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)] III-1-1
vogelkers wurg: IPA, omgesp.  wørəx (Kwaadmechelen) Vogelkers: een struik die in juni bloeit met kleine witte sering-achtige bloemtrossen; de vruchten rijpen in september. Een soort groeit zeer snel en is zo agressief dat hij andere struiken verdringt (vuilboom, meilaar, paduwa, hondskers). [N 82 (1981)] III-4-3
vogelmest vogelstront: (vogəl)stroͅnt (Kwaadmechelen) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelmuur moer: mūr (Kwaadmechelen) Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.] I-5
vogelpootje vogelvoet: vōgəlvut (Kwaadmechelen) vogelpootje [Goossens 1b (1960)] III-4-3
vogelpootje, serradelle serradelle: serǝ`dɛl (Kwaadmechelen) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5
vogeltje dat nog niet kan vliegen kwatser: kwatsers (Kwaadmechelen), kwatsər (Kwaadmechelen) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1