e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

Gevonden: 3537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dochter dochter: dóchtər (Kwaadmechelen) dochter; en ze zei dat ze het ook aan haar dochter zou zeggen [ZND 04 (1924)] III-2-2
dodaars fuut: doorgaans Frings, soms eigen spelling  fyt (Kwaadmechelen) fuut: dodaars (26 nog kleiner dan geoorde fuut [122]; zwartig met witte tandpastaveeg aan de bek; broedt ook in brede poldersloten; geluid is hinnekend [N 09 (1961)] III-4-1
dode tak dorre tak: IPA, omgesp.  dørəntak (Kwaadmechelen) Een dode tak (stek). [N 82 (1981)] III-4-3
doek doek: kort  doek (Kwaadmechelen) doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doek -> [wld iii 2.2] witte doek: ne witten doek (Kwaadmechelen) een witte doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doel goal (eng.): də go:l (Kwaadmechelen) Het doel. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelman goalkeeper (eng.): (go:l)kipər (Kwaadmechelen) Doelverdediger. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelpunt goal (eng.): go:l (Kwaadmechelen) Doelpunt. [DC 49 (1974)] III-3-2
doffer, mannelijke duif kubber: kupper (Kwaadmechelen), IPA, omgesp.  køͅpər (Kwaadmechelen) duif, mannetje [ZND 39 (1942)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duiver) [N 83 (1981)] III-4-1
dolle kervel wilde kelver: weldǝ kęlǝvǝr (Kwaadmechelen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5