e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

Gevonden: 3537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektriciteit elektriek: elektrik (Kwaadmechelen) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektriekseren tram: elèktriksere drank (Kwaadmechelen) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
emmer emmer: ɛmər (Kwaadmechelen, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
endeldarm gatdarm: gatdèrrem (Kwaadmechelen) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engel engel: nen engel twieë engelen (Kwaadmechelen) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: spekmoôië (Kwaadmechelen) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enten enten: ente (Kwaadmechelen), griffelen: grefələ (Kwaadmechelen) [RND 07] [ZND 34 (1940)] I-7
envelop envelop (<fr.): aonvelop (Kwaadmechelen), enveloppe (Kwaadmechelen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie besmettelijke ziekte: ən besmettelijke zikte (Kwaadmechelen), ziekte die besmettelijk is: besmettelijk (Kwaadmechelen), die zikte is besmettelek (Kwaadmechelen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
erf erf: ɛrəf (Kwaadmechelen), geleg: gəlēx (Kwaadmechelen), mesthof: meͅst(h)of (Kwaadmechelen) I-7