e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

Gevonden: 3537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluid van de patrijs roepen: rupə (Kwaadmechelen) het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)] III-4-1
geluid van naderend onweer hommelen: hoͅmələ (Kwaadmechelen) eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)] III-4-4
geluk geluk: geluk (Kwaadmechelen), ə gəløk (Kwaadmechelen) een geluk [ZND A1 (1940sq)] || Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaëk (Kwaadmechelen) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk niksje: ook materiaal znd 23, 77  nikske (Kwaadmechelen) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemalen schors looisel: IPA, omgesp.  lujəsəl (Kwaadmechelen) Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)] III-4-3
gemalen, niet gezuiverd graan rogge: rǫx (Kwaadmechelen) De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a] II-1
gemaskerd persoon vastenavondzot: vastenavondzot (Kwaadmechelen) Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] III-3-2
gemeen gemeen: gəmān (Kwaadmechelen), ook materiaal znd 23, 79  gemaan (Kwaadmechelen) gemeen [ZND A2 (1940sq)] || gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gemaante (Kwaadmechelen) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1