e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riet riet: reet (Laak) riet [SGV (1914)] III-4-3
rijp, rijmx rijm: riem (Laak) rijm (op boomen) [SGV (1914)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: rieze (Laak), rijsje: rieske (Laak), riske (Laak) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijtuig rijtuig: ritȳx (Laak) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
ringen, randen verwijderen van peulvruchten stropen: struipe (Laak) [SGV (1914)] I-7
riool riool: riool (Laak) riool [SGV (1914)] III-3-1
rit rit: rit (Laak) rit [SGV (1914)] III-3-1
ritselen ritselen: ritsele (Laak) ritselen [SGV (1914)] III-4-4
rochelen reutelen: reutele (Laak), rochelen: rochele (Laak) rochelen [SGV (1914)] III-1-2
rode aalbes miemerten: mimmerte (Laak) aalbes [SGV (1914)] I-7