e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwijnen van een plant kwelen: kwaele (Laar, ... ) kwijnen ve plant || kwijnen ve plant, vergaan III-4-3
laars tot of boven de knie stevel: stēvələ (Laar) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] III-1-3
lachen lachen: lache (Laar) lachen III-1-4
lade lade: lāi̯ (Laar) lade III-2-1
lage, natte plekken in moeras kuil: kūl (Laar), ven: vɛn (Laar) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lam lammetje: lɛmkǝ (Laar) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: la.mp (Laar) lamp III-2-1
lampenkap lampenkap: la.mpəkap (Laar) lampenkap III-2-1
lampenpit kousje: koͅu̯skə (Laar), lampenkatoen: la.mpəkətū.n (Laar) kousje van spirituslamp III-2-1
langzaam, traag langzaam: lankzaam (Laar) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4