e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
populier (alg.) peppel: peppel (Laar) populier III-4-3
pos jood: joet (Laar) pos (vis) III-4-2
potkachel duiveltje: dy(3)̄.vəlkə (Laar) klein rond kacheltje op de boerderijen vroeger gebruikt om veevoer en de was te koken, men trof het in de tweede wereldoorlog ook wel in burgerkeukens aan voor verwarmings- en kookdoeleinden. Het waren in feite allesbranders die zonder bezwaar ook met sla III-2-1
pottenkoopman pottenkruier: pǫtǝkrøjǝr (Laar  [(id)]  ) Pottenkruier; koopman in aardewerk die met zijn handelswaar op een kruiwagen het land rondtrok. [monogr.] II-8
prei poor: poeër (Laar) prei I-7
pret, schik lol: lôl (Laar), plezier: plezeer (Laar) lol, plezier || plezier, schik III-1-4
proberen proberen: perbieëre (Laar), probere (Laar) proberen || proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4
proeven proeven: Ieërst preuve en dan koupe Hae preuftj ¯m gaer: hij drinkt graag  preuve (Laar) proeven III-2-3
pruim kriek: krik (Laar), pruim: proem (Laar), reine claude (fr.): mv. naar fr. reine claude  ringelotte (Laar) pruim || pruim, soort || pruim., soort I-7
pruimen pruimen: Frêns hieët altiêt geproemtj, hae haaj wul zwerte tang, mer nao d¯n tandarts woor noeëts gewaesj en hae haaj wijte stôrref nog al zien tang ¯n Pruumke: gekauwde pruimtabak  proeme (Laar) pruimen van tabak III-2-3