e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode bosbes hennebeer: hinnebieër (Laar) vossebes, rode bosbes III-4-3
rode kool rood moes: roeëtmoos (Laar) Rode kool (als plant of gewas) I-7
rode renet, sterappel binnenroodje: binneruuëtje (Laar), sterappeltje: ster’eppelke (Laar), wijnappel: wiênappel (Laar) sterappel || sterappel, rode renet I-7
roede pezerik: pēsdǝrek (Laar), pēzǝrek (Laar) Mannelijk geslachtsdeel. [N 76, 14; monogr.] I-12
roedegaten asgater: ās˲gǭtǝr (Laar) De twee gaten in de askop waarin de roeden worden bevestigd. Zie ook afb. 45. [N O, 10c; A 42A, 75] II-3
roedewiggen zijspieën/-spijen: zęjspijǝ (Laar) De houten wiggen waarmee de roeden vooraan of opzij in de askop worden vastgezet. [N O, 3a; A 42A, 76] II-3
roegewant gevlucht: gǝvløxt (Laar) De twee roeden met de vier einden met toebehoren. In l 320a maakte men onderscheid tussen een lang (laŋk) en een kort (kǫrt) gevlucht. [N O, 6c; Sche 29; A 42A, add.; A 42A, 65 add.; A 42A, 62 add.] II-3
roek schurftkraai: schörreftkrej (Laar) roek III-4-1
roepen roepen: rope (Laar) roepen (geen context) [DC 38 (1964)] III-3-1
roepnaam van de hond zoek: eieg.: roepnaam bij kinderen  soek (Laar) hond III-2-1