e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zonnebloem (helianthus annuus l.) zonnekeern: zónnekaer (Laar) zonnebloempit III-2-1
zonx zon: (meervoud: zonne; verkleinwoord: zunke).  zón (Laar) zon III-4-4
zoom zoom: zǫw.m (Laar) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon zoon: zoeën (Laar) zoon III-2-2
zout zout: zoat (Laar) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuigen zuiken: zoëke (Laar, ... ), zūəkə (Laar), Sókkerpaek zoêke  zoêke (Laar) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] III-2-3
zure haring ingelegde haring: ingelagdje hieëring (Laar) ingemaakte haring III-2-3
zuring (alg.) surelle (fr.): serel’ (Laar), zuurloof: zoorlouf (Laar) zuring III-4-3
zuster zuster: zöster (Laar) zus III-2-2
zuur grel: Te vreug geplökdje ougstappel smaake grel: te vroeg geplukte oogstappels smaken zuur  grel (Laar) zuur III-2-3