e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootx groot: groit (Laar) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote schoonmaak grote poets: gruətə puts (Laar) grote schoonmaak III-2-1
grote weegbree keukenblader: vroeger als verpakking, omhulsel van etenswaar  kookeblaar (Laar), weegblader: mv.  weekblaar (Laar) weegbree || weegbree, grote — III-4-3
guur, kil en schraal weer grillig (weer): grellig (Laar), kildig: keldjig (Laar), schraal (weer): schraol (Laar) guur, kil || schriel, schraal, koud en droog III-4-4
haagappel meelbeertje: rode bessen van de meidoorn  maelbieërkes (Laar) meidoornbes III-4-3
haagbeuk heggenteer: heggeterre (Laar) haagbeuk III-4-3
haagwinde heggenbloem: hegkebloom (Laar), pispotje: convolvulus sepium  pispötjes (Laar), slaapmutsje: slaopmötske (Laar) haagwinde III-4-3
haan haan: hān (Laar), ǫǝn (Laar), koekeloeris: kukǝlūres (Laar) Het mannetje van de hoenderen. [N 19, 39; A 39, 3c; A 6, 1a; A 2, 30; L 7, 27; L 14, 19; L 26, 17; L 1a-m; JG 1a, 1b; Wi 13; Wi 17; Gwn 5, 15 add.; Vld.; monogr.] I-12
haarblok haarblok: hārblǫk (Laar) Het haarblok is het houten voorwerp waarin het haarspit wordt vastgezet als men het niet in de grond zet. Soms heeft het haarblok een zodanige vorm en omvang dat men er tevens schrijlings op kan zitten; vaak heeft het dan de vorm van een hoefijzer. Bij de mondelinge enquêtes in Belgisch Limburg is aangetekend waar het haarblok is aangetroffen; dit gebied is op kaart 25 aangegeven. Ook buiten dit gebied komen benamingen voor het haarblok voor, zoals uit het lemma blijkt. Zie afbeelding 8. [N 18, 88; JG 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 28e; L 20, 28e; add. uit N 11, 85, N 15; A 23, 16] I-3
haas haas: haas (Laar) haas III-4-2