e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herderstasje mager mannetje: maagermen’kes (Laar) herderstasje III-4-3
herfst, najaar herfst: Opm. v.d. invuller: zo wordt het ook wel genoemd.  herfst (Laar), najaar: noajoar (Laar) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] III-4-4
herfstsering kermisbloem: kêrmesbloom (Laar) floks III-2-1
herik herik: haerik (Laar) herik III-4-3
herkauwen neringen: nēreŋǝ (Laar) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn fluwijn: flewiên (Laar) hermelijn, wezel III-4-2
het huwelijk ontbinden scheiden: scheî-je (Laar) scheiden III-2-2
het vuur aansteken aandoen: āndō.n (Laar), aansteken: ānstēͅkə (Laar), vinken: ve.ŋkə (Laar) aansteken || ontsteken III-2-1
hete bliksem hete bliksem: heite bliksem (Laar) stamppot van aardappelen en appelen, zo genoemd omdat die erg heet wordt opgediend III-2-3
heten heten: heîte (Laar) noemen, heten III-2-2