e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inmaakpot moeston: mōston (Laar), roompot: roͅu̯mpoͅt (Laar) grote aarden inmaakpot || zuurkoolvat III-2-1
inschenken inschudden: Schötj ¯r mich nog mer eînen in  inschödde (Laar), schudden: Hae schödje-n-¯m um wi-j niks  schödde (Laar) inschenken || inschenken, uitgieten, schudden III-2-3
introuwen introuwen: als jong echtpaar bij familie gaan inwonen  introuwe (Laar) introuwen III-2-2
inzouten inzouten: Voordat er werd geweckt, werden etenswaren ingezouten zoals: vlees, koolsoorten ("zoôrmoos"), snijbonen  inzaote (Laar), zouten: Gezaote hieëring: zouten haring  zaote (Laar) inzouten || zouten III-2-3
jaloers pikantig: perkântig (Laar) jaloers, afgunstig III-1-4
janken joenkeren: zacht janken ve hond  jônkere (Laar) janken III-2-1
jarig zijn ... jaar worden: hê ìs ... joar (Laar), verjaren: hê vərjoart mörgə (Laar) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jenever foezel: foezel (Laar), jenever: Verklw. sjnaeverke  sjenaever (Laar), klare: klaore (Laar) jenever || slechte jenever III-2-3
jeneverbes wachel: mv. juniperus communis  wachele (Laar) jeneverbessen III-4-3
jeugd, jongelieden jonge jongens: jóng jônges (Laar) jongelui III-2-2