e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oom oom: oeëm (Laar), uuëm (Laar) oom || oom, eigenwijs persoon III-2-2
oorworm oorworm: oeërwôrrem (Laar) oorworm III-4-2
oostindische kers klimmertje: klummerke (Laar, ... ) Oostindische kers I-7, III-2-1
oot vlieghaver: vleeghaaver (Laar) wilde haver III-4-3
op kraambezoek gaan met de eierschoot gaan: Als iemand een kindje had gekregen, kwamen de vrouwen uit de buurt en van de familie op kraamvisite. ze brachte dan allemaal wat mee, meestal koffie, eieren, suiker en peperkoek (peperkoek als middel tegen hardlijvigheid gevolg van kraamkoorts). Ze hadden dat opgeborgen in de schoot van hun schurten  met d’n ei-jerschoeët gaon (Laar), met de kromme arm gaan: met de krómmen êrrem gaon (Laar), te lommerte gaan: cf. VD s.v. "lommerd"(bank van lening)?; of heeft het iets mat schaduw te maken?  te lommerte gaon (Laar) op kraamvisite gaan || op kraamvisite met eten III-2-2
opbergen opbergen: opberge (Laar) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
ophitsen stoken: stuuëke (Laar) ophitsen, stoken III-1-4
opscheppen poffen: póffe (Laar), stroffen: stróffe (Laar), stuiten: stoête (Laar), toeten: toete (Laar), tonen: tuîne (Laar) opscheppen || pochen || pochen, opscheppen || snoeven, pochen III-1-4
opschepper blinkerd: blînkert (Laar), dunkveel: tûnkvöl (Laar), kuus: kuus (Laar), muilenmaker: moêlemaaker (Laar), opschepper: opschöpper (Laar), perjan: perjân (Laar), pofferd: póffert (Laar), pronker: prônker (Laar), tonerd: tuînert (Laar, ... ) opschepper III-1-4
opsnijder opsnijder: ǫpsnejǝr (Laar) Een werktuig dat lijkt op het bodemmes en dient om de binnenkant van de klompopening van de in de heulbank geplaatste klomp glad te maken en bij de afwerking van de klomp de scherpe kanten aan de binnenkant van de klompopening weg te snijden. De afmetingen van de opsnijder variëren al naar gelang de werkzaamheden die er mee moeten worden uitgevoerd. Zie ook afb. 248. [A 29a, 10a-b; A 29a, 11a-b; A 29a, 12a-c; Bakeman 8; monogr.] II-12