34382 |
kudde schapen |
kud:
køt (Q088p Lanaken),
kø̄t (Q088p Lanaken),
kø̜̄.i̯t (Q088p Lanaken)
|
[JG 1a, 1b, 2c; L 6, 25b; A 4, 18; L 20, 18; monogr.]
I-12
|
34299 |
kudde volwassen varkens |
groep:
grop (Q088p Lanaken),
kudde:
kø̜̄t (Q088p Lanaken),
kø̜t (Q088p Lanaken),
troep:
trop (Q088p Lanaken)
|
In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.]
I-12
|
34475 |
kuiken |
kuiken:
ky.kǝ (Q088p Lanaken)
|
Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.]
I-12
|
33703 |
kuil |
kuil:
kau̯l (Q088p Lanaken),
kǫu̯l (Q088p Lanaken),
kǭl (Q088p Lanaken)
|
Een kuil, gat in de grond. [L 29, 12a; L 1a-m; monogr.]
I-8
|
17606 |
kuiltje (in de kin / wangen) |
kuiltje:
k"lkə in də kin (Q088p Lanaken),
kuilkə in də ken (Q088p Lanaken),
kŭilke (Q088p Lanaken)
|
een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
32341 |
kuip |
kuip:
kūp (Q088p Lanaken)
|
In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.]
II-12
|
26497 |
kuipdeksel |
deksel:
dęksǝl (Q088p Lanaken)
|
Het uit twee halve cirkels bestaande deksel van de steenkuip. In Q 240 was de kuip half open. Er lag een plankje met half maantje op (Coenen, pag. 115). Zie ook het lemma ɛhalf kuipdekselɛ.' [N O, 19e; Vds 146; Jan 153; Coe 134; Grof 155; A 42A, 36 add.]
II-3
|
32246 |
kuiper |
kuiper:
kȳpǝr (Q088p Lanaken)
|
Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.]
II-12
|
18545 |
kuitbroek |
kniebroek:
knēbrōk (Q088p Lanaken)
|
een kuit- of kniebroek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
29041 |
kunstmatige borstwelving |
borstbewerking:
bōrsbǝwęrkeŋ (Q088p Lanaken)
|
De kunstmatige borstwelving waarvan elk van de voorpanden wordt voorzien, vaak met behulp van watten. [N 59, 111]
II-7
|