e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kudde schapen kud: køt (Lanaken), kø̄t (Lanaken), kø̜̄.i̯t (Lanaken) [JG 1a, 1b, 2c; L 6, 25b; A 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
kudde volwassen varkens groep: grop (Lanaken), kudde: kø̜̄t (Lanaken), kø̜t (Lanaken), troep: trop (Lanaken) In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
kuiken kuiken: ky.kǝ (Lanaken) Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.] I-12
kuil kuil: kau̯l (Lanaken), kǫu̯l (Lanaken), kǭl (Lanaken) Een kuil, gat in de grond. [L 29, 12a; L 1a-m; monogr.] I-8
kuiltje (in de kin / wangen) kuiltje: k"lkə in də kin (Lanaken), kuilkə in də ken (Lanaken), kŭilke (Lanaken) een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)] III-1-1
kuip kuip: kūp (Lanaken) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12
kuipdeksel deksel: dęksǝl (Lanaken) Het uit twee halve cirkels bestaande deksel van de steenkuip. In Q 240 was de kuip half open. Er lag een plankje met half maantje op (Coenen, pag. 115). Zie ook het lemma ɛhalf kuipdekselɛ.' [N O, 19e; Vds 146; Jan 153; Coe 134; Grof 155; A 42A, 36 add.] II-3
kuiper kuiper: kȳpǝr (Lanaken) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuitbroek kniebroek: knēbrōk (Lanaken) een kuit- of kniebroek [N 59 (1973)] III-1-3
kunstmatige borstwelving borstbewerking: bōrsbǝwęrkeŋ (Lanaken) De kunstmatige borstwelving waarvan elk van de voorpanden wordt voorzien, vaak met behulp van watten. [N 59, 111] II-7