21102 |
bijten |
bijten:
1a-m
biete (Q088p Lanaken),
bītə (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken)
|
bijten [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
22704 |
bikkelen |
dikkelen:
diggele (Q088p Lanaken)
|
Kunt gij bikkelen? (meisjesspel: met de bikkels spelen, met de kootbeentjes, Fr. jouer aux osselets). [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q088p Lanaken)
|
Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbīr (Q088p Lanaken),
benǝbīǝr (Q088p Lanaken)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
33348 |
binnendeur tussen stal en schuur |
koestaldeur:
kōstaldø̄r (Q088p Lanaken)
|
De binnendeur tussen de stal en de schuur als die aan elkaar grenzen. De benamingen geven soms aan in welk deel van stal of schuur deze deur zich bevindt. Door deze deur wordt wel voer van de schuur naar de stal gebracht; ook kan men via deze deur binnenshuis tot in de schuur komen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen de lemmata "stal" (2.1.2) en "schuur" (3.1.1). [N 5A, 41c]
I-6
|
33347 |
binnendeur tussen woonhuis en stal |
staldeur:
[stal]dø̄r (Q088p Lanaken)
|
De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b]
I-6
|
22887 |
binnenspeler |
binnenspeler:
binnenspeler (Q088p Lanaken),
inside (eng.):
inside (Q088p Lanaken)
|
Hoe noemt U in uw dialect de speler van een voetbalteam, die links of rechts van de midvoor acteert in een aanvalslijn bestaande uit vijf spelers?
III-3-2
|
28837 |
binnenvoering |
bougran:
bugrõ (Q088p Lanaken),
stijfdoek:
stīfdūk (Q088p Lanaken)
|
Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133]
II-7
|
29044 |
binnenvoering innaaien |
inlappen:
īnlapǝ (Q088p Lanaken),
innaaien:
īnniǝ (Q088p Lanaken)
|
Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118]
II-7
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
Karte 240.
cinema (Q088p Lanaken),
film:
Karte 240.
film (Q088p Lanaken)
|
(Ich gehe ins) Kino.
III-3-2
|