e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken zuipen: zoepe (Lanaken) zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3
veel te wijde broek dikbuikbroek: dekbūkbrōk (Lanaken), veel te groot: vø̄l tə grut (Lanaken), veel te hol: vø̄l tə hōl (Lanaken) een broek voor een gezet figuur [N 59 (1973)] || een veel te wijde broek [N 59 (1973)] III-1-3
veestapel kudde vee: køt vi (Lanaken) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen kruiden: krui̯.ǝ (Lanaken), krui̯ǝ (Lanaken), kruu̯i̯ǝ (Lanaken), krūǝ (Lanaken) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
veevoerkookketel zoopketel: z˙ø̜i̯pkē ̝tǝl (Lanaken) De ketel waarin het voer voor het vee gekookt en gemengd wordt. In deze ketel wordt ook wel de was gekookt. Soms worden het voer voor de koeien en dat voor de varkens in dezelfde ketel bereid, meestal echter niet; zie het lemma "varkensketel" (2.2.11). De ketel kan apart, los zijn of (moderner) vast (als een ronde bak met een deksel en een aftapkraan) met een vuur verbonden zijn dat er onder brandt. Aan dit laatste doen vooral de benamingen stookketel, stoomketel en machinesketel denken. De inhoud is dan 100 liter of meer, de hoogte van het geheel ongeveer 150 cm en de doorsnede ruim 100 cm. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5 A, 35b; N 4, 57; monogr.] I-6
vegen, keren keren: kērə (Lanaken), kēͅrə (Lanaken) de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] III-2-1
vel op gekookte melk liesje: lēǝskǝ (Lanaken), room: rø̜m (Lanaken), vel: vęl (Lanaken) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk liesje: ook mat. van ZND 14, vr. 23  lēēske (Lanaken), room: ook mat. van ZND 14, vr. 23  röm (Lanaken), vel: ook mat. van ZND 14, vr. 23  veͅl (Lanaken) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: liewerik (Lanaken) veldleeuwerik III-4-1
veldsla veldsalade: veltslaaj (Lanaken) Hoe noemt u: veldsla (valeriaxella olitoria - fam. valeriaxeae) (veldsla, kooresalaat) [N 71 (1975)] I-7