e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voering, voeringstof voering: vōreŋ (Lanaken) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voerman voerman: vōrmā.n (Lanaken) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voet voet: voot (Lanaken) voet [ZND 08 (1925)] III-1-1
voetballer voetballer: Karte 165.  vut}/[vūt}baller (Lanaken) Fussballspieler. III-3-2
voetbalspel voetbal: Karte 163.  vut}/[vūt}bal m. (Lanaken) Fussball(veranstaltung). III-3-2
voetbalwedstrijd match: Karte 166.  matš (Lanaken) (Fussball)spiel. III-3-2
voetgangershek stegel: stexǝl (Lanaken), stegeltje: stixǝlkǝ (Lanaken), stēgǝlkǝ (Lanaken) Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in √©√©n lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.] I-8
voetjespasser binnenpasser: benǝpęsǝr (Lanaken), verdikpasser: vǝrdekpęsǝr (Lanaken) Passer met rechte benen waarvan de uiteinden naar buiten zijn omgebogen. De voetjespasser wordt gebruikt om de binnenmaten van een hol voorwerp op te meten. Zie ook afb. 84. [N 33, 252j; N 64, 80b; N 66, 1b] II-11
voetjicht pootje: putche (Lanaken) voetjicht [ZND 05 (1924)] III-1-2
voetzool balk: balk van də vōt (Lanaken), zool: zool (Lanaken) hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)] III-1-1