18291 |
deuk in een hoed |
bluts:
en blɛts (Q088p Lanaken)
|
een deuk [ZND 33 (1940)]
III-1-3
|
19684 |
deur |
deur:
dø̄.r (Q088p Lanaken)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
33451 |
deurtje in een poortvleugel |
klein poortje:
klē̜ ̞i̯ pø̄rtšǝ (Q088p Lanaken)
|
Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d]
I-6
|
21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
deurwaarder (Q088p Lanaken)
|
deurwaarder [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21310 |
dief |
dief:
deef (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken),
dēf (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken)
|
dief [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
32690 |
diep |
diep:
dēp (Q088p Lanaken)
|
In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.]
I-1
|
19087 |
diepzinnig |
diep zijn:
hèr ès deep (Q088p Lanaken)
|
Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)]
III-1-4
|
24300 |
dier, beest |
beest:
hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011
bies (Q088p Lanaken),
bis (Q088p Lanaken),
ook in ZND 23, 009
bīs (Q088p Lanaken),
dier:
ook in ZND 23, 009
deer (Q088p Lanaken)
|
beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
17676 |
dij |
bats:
bats (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken),
dij:
dijə (Q088p Lanaken),
dik van het been:
het dik van het bein (Q088p Lanaken)
|
Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)]
III-1-1
|
21155 |
dijk |
dijk:
dięk (Q088p Lanaken),
voor beiden
dièk (Q088p Lanaken)
|
dijk [ZND 33 (1940)] || Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34]
I-8, III-3-1
|