e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ademen adem krijgen: ich krēg gijnen oͅjəm (Lanaken), ademen: əg kos net oujəmə (Lanaken), əg kōͅs net ōͅjəmə (Lanaken), asemen: ich kos nēt ōsəmə (Lanaken), ich kos nit ŏsemen (Lanaken), ich kŏs neͅt ōsəmə (Lanaken) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: de oujərs van zənə vørkoͅp (Lanaken), de ōͅjərə van zənə vørkop (Lanaken), de ŏers van z`n vŭrh. (Lanaken), de oͅjers van zəne kop (Lanaken), Də ōərə van ze kŏp (Lanaken), də ōͅərə van zənə kop (Lanaken), ein oier opensnijen (Lanaken), n oͅjer opemoͅke (Lanaken), yn ōər ōpəsnijə (Lanaken), ən oujer ōpəsneije (Lanaken), ən ōͅfər ōpəsneije (Lanaken), ən ōͅər ōpəsnije (Lanaken) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
afdak afdak: āfdōͅk (Lanaken, ... ) afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
afdunnen uitdunnen: ūtdønǝ (Lanaken) Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a] II-7
afgeroomde melk afgelaten melk: āfxǝlǫtǝ mē̜lǝk (Lanaken), afgeroomde melk: ā.fxǝrøu̯mdǝ mę.lǝk (Lanaken), āfxǝrømdǝ mɛlk (Lanaken), āfxǝrø̜i̯mdǝ mē̜lǝk (Lanaken), getsj: gɛtš (Lanaken) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afgevallen fruit val: vaal (Lanaken) Hoe noemt u: afgevallen fruit (val, valappel, afval, rapeling, raopappel?) [N 72 (1975)] III-2-3
afglanzen afglanzen: āfglanzǝ (Lanaken), aflusteren: āflestǝrǝ (Lanaken) Het wegnemen van de valse glans. Afglanzen is het verwijderen van glans op die plaatsen, welke te droog geperst zijn. Deze glans verwijdert men door het inbrengen van damp door middel van vochtige doeken en hete ijzers. [N 59, 80a; N 59, 81a] II-7
afkammen uitkemmen: ū.tkø̜mǝ (Lanaken) Het uitharken van de dorsvloer wanneer de hele halmen al zijn verwijderd. Dit wordt gedaan om het korte stro bijeen te halen, dat dan in een "kortbussel" wordt gestoken, zie het volgende lemma. Aan de zegslieden is ook gevraagd op te geven met welk gereedschap de dorsvloer wordt afgekamd. Vaak gebeurde dit op meer dan één wijze. Deze vraag leverde de volgende opgaven op: a- met de ''hooihark'' -zie voor de heteroniemen het lemma ''hooihark'' -4,2,4- in aflevering I 3- in K 278, 314, 316, 318, 358, 359, L 211, 214, 215, 244c, 247, 265, 266, 270, 271, 282, 286, 289, 290, 291, 295, 312, 314, 317, 318b, 320c, 321, 321a, 322, 324, 326, 330, 331, 331b, 332, 355, 355a, 360, 366, 369, 370, 371, 372, 373, 374, 382, 387, 413, 414, 416, 420, 422, 425, 0426, 427, 432, P 48, 107a, 175, 176, 176a, Q 2, 2b, 9, 14, 18a, 20, 22, 32a, 71, 72, 78, 94b, 95, 96d, 97, 99*, 101, 111, 111*, 0112, 112b, 113, 117a, 121c, 156, 162, 178, 193, 197, 197a, 198b, 203, 204a, 211; b- met de ''deelhark'' -met ijzeren tanden- in K 358, L 163, 163a, 317, P 213, Q 22, 77; c- met de ''schuurreek'' in L 317 en Q 101; d- met de ''denreek'' in Q 33; e- met de schudgaffel -zie het lemma ''houten gaffel, schudgaffel'' -4,2,1- in aflevering I 3- in L 163, 163a, 265, 268, 289b, 290, 331, 331b, 0426, 432, Q 14, 33, 97, 100, 198b, 203; f- met de -oogst-gaffel- -zie het lemma ''ijzeren gaffel'', ''oogstgaffel'' -4,2,2- in aflevering I 3- in K 358, L 214, 247, 265, 268, 288, 289, 374, 422, 423, 426, 432, Q 98, 121c, 211; g- met de handen in K 314, 357, L 163, 163b, 269, 271, 289b, 295, 314, 320c, 325, 426, P 222, Q 9' [N 14, 27a en 32a; JG 1a, 1b -gedeeltelijk-, 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 27b en 32b] I-4
afkloppen polieren: polērǝ (Lanaken) Met behulp van een hamer de oneffenheden verwijderen die in het oppervlak van het werkstuk zijn ontstaan na het bewerken van het koper. Vaak wordt hiervoor de polijsthamer gebruikt, soms ook een houten hamer. Zie ook dit lemma. [N 66, 30] II-11
afladen afladen: āflā.i̯ǝ (Lanaken) Wanneer de kar met de lading op de plaats van bestemming is aangekomen, wordt deze laatste afgeladen. Vergelijk voor het woordtype aftrekken ook het lemma Mest Van De Kar Aftrekken in WLD I, afl. 1, p. 11. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10