18010 |
flauwvallen |
sterren zien:
zuit sterre (Q088p Lanaken)
|
hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
17989 |
flets |
flets:
flets weize (Q088p Lanaken)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
19288 |
flikflooien |
flikflooien:
ook materiaal znd 23, 55
flikfluə (Q088p Lanaken),
flikkəflûrə (Q088p Lanaken),
mouwvegen:
ook materiaal znd 23, 55
mouwveige (Q088p Lanaken),
mouwə vēge (Q088p Lanaken),
treffen:
cf. WNT s.v. "treffen (I)", 14. (veroud.) aandacht verdienen, belangrijk zijn, indruk maken. ook materiaal znd 23, 55
treffen (Q088p Lanaken)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
floem (Q088p Lanaken),
fluim (Q088p Lanaken),
flum (Q088p Lanaken),
flŭim (Q088p Lanaken)
|
fluim [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
fezelen:
Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.
fizələ (Q088p Lanaken),
fīsələ (Q088p Lanaken),
langzamer spreken:
laanzɛmɛr sprēken (Q088p Lanaken),
stil spreken:
stil sprēken (Q088p Lanaken)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
vlūr (Q088p Lanaken)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.) broek:
een floere brook (Q088p Lanaken),
en floere brook (Q088p Lanaken),
ən vlūrə brōk (Q088p Lanaken),
’n vlurə brôk (Q088p Lanaken)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
33755 |
fokmerrie |
kweekmeer:
kwēkmɛ̄r (Q088p Lanaken),
veulensmeer:
vø̄.lǝsmē̜r (Q088p Lanaken)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
zoog:
zō.x (Q088p Lanaken)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
drenkgēͅlt (Q088p Lanaken),
fooi:
drinkgeld
fōə (Q088p Lanaken),
fooitje:
drinkgeld
fuuke (Q088p Lanaken)
|
fooi [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|