e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flauwvallen sterren zien: zuit sterre (Lanaken) hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
flets flets: flets weize (Lanaken) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-2
flikflooien flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  flikfluə (Lanaken), flikkəflûrə (Lanaken), mouwvegen: ook materiaal znd 23, 55  mouwveige (Lanaken), mouwə vēge (Lanaken), treffen: cf. WNT s.v. "treffen (I)", 14. (veroud.) aandacht verdienen, belangrijk zijn, indruk maken. ook materiaal znd 23, 55  treffen (Lanaken) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: floem (Lanaken), fluim (Lanaken), flum (Lanaken), flŭim (Lanaken) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluisteren fezelen: Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.  fizələ (Lanaken), fīsələ (Lanaken), langzamer spreken: laanzɛmɛr sprēken (Lanaken), stil spreken: stil sprēken (Lanaken) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluweel, velours velours: vlūr (Lanaken) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) broek: een floere brook (Lanaken), en floere brook (Lanaken), ən vlūrə brōk (Lanaken), ’n vlurə brôk (Lanaken) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie kweekmeer: kwēkmɛ̄r (Lanaken), veulensmeer: vø̄.lǝsmē̜r (Lanaken) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug zoog: zō.x (Lanaken) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi drinkgeld: drenkgēͅlt (Lanaken), fooi: drinkgeld  fōə (Lanaken), fooitje: drinkgeld  fuuke (Lanaken) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1