e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeentehuis gemeentehuis: gemeintehoes (Lanaken), gəmeintəhûs (Lanaken), gəmijntehūs (Lanaken) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemene vrouw kwaad wijf: das ə koet wief (Lanaken), vergift: t əs ē vergif (Lanaken) Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
genezen genezen: wer gənēͅzə (Lanaken) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed pachterij: pāxtǝręi̯ (Lanaken), winning: wɛneŋ (Lanaken) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepensioneert (Lanaken), gepensjeneerd (Lanaken), gəpensioneert (Lanaken), gəpénchəneerd (Lanaken) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsstier: pri.sstīr (Lanaken) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gerieflijk gerieflijk: en gereeflijk hoes (Lanaken), gərēfələk (Lanaken), ə gərēfələk hus (Lanaken), ən gərēflək hūs (Lanaken) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gerst gerst: gērs (Lanaken), gē̜.rs (Lanaken) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: geerstebeer (Lanaken), gēͅrstəbēr (Lanaken, ... ) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geschiedenis geschiedenis: enne geschiedenis verteͅllen (Lanaken), ən gəšidənəs vərtellə (Lanaken), historie: ən heͅstori vərtēͅllə (Lanaken) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1