e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speeksel uitspuwen spijen: spijə (Lanklaar) spuwen (speeksel uit de mond verwijderen) [ZND B1 (1940sq)] III-1-1
speelkaart kaart: ən kart (Lanklaar) Een kaart. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
speen van de koe deem: dēǝm (Lanklaar), dɛm (Lanklaar) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spɛk (Lanklaar, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  spek (Lanklaar) spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)] III-2-3
spekpannenkoek spekkoek: spɛkkōk (Lanklaar) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
speld spang: spaŋ (Lanklaar, ... ) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] || speld [ZND B1 (1940sq)] II-7, III-1-3
spelden vaststeken: vaststēǝkǝ (Lanklaar) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: ig spêl, heeë spuuëlt, weeër speeële (Lanklaar) Ik speel, hij speelt, wij spelen. [ZND 07 (1924)] III-3-2
spenen spenen: spiǝnǝ (Lanklaar) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
sperma wiks: wiks (Lanklaar) Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)] III-1-1