e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sporten speken: spęi̯.kǝ (Lanklaar), sproten: spruǝ.tǝ (Lanklaar) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
spotnaam voor hoge hoed stoofpijp: stōfpīp (Lanklaar) hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)] III-2-2
spotvogel spotvogel: Frings; half lang als lang omgespeld  spoͅt˃vōgəl (Lanklaar) spotvogel (13,5 licht gekleurd, oranje binnensnavel; vaak in boomgaarden en grote tuinen, niet in bossen; nestje lijkt op dat van een vink [003]; roep hard [tetteruuïe]; drukke zang [N 09 (1961)] III-4-1
spreeuw spreeuw: sprīew (Lanklaar), Frings; half lang als lang omgespeld  sprīəu̯ (Lanklaar) spreeuw [ZND 07 (1924)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
spreken, praten kallen: kalle (Lanklaar), spreken: heeë kan vloams spreeëkë (Lanklaar) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] III-3-1
springstier springduur: sprɛŋdø̄r (Lanklaar) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
springstof munitie: munitie (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]) Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609] II-5
sproeten sproetelen: sprōtələ (Lanklaar) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen hout zoeken: knebbelkes hout zoeken (Lanklaar) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] III-1-2
sprookje vertelsel: vertelsel (Lanklaar), vertelseltje: vərtɛlsəlkə (Lanklaar) hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)] III-3-1