e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve frank half frankje: ps. omgespeld volgens Frings.  au̯freͅŋskə (Lanklaar), halve frank: ps. omgespeld volgens Frings.  halvə frang (Lanklaar, ... ) oude zilveren munt van 50 centiem [N 21 (1963)] || wit metalen munt van 50 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
halve gulden halve gulden: ps. omgespeld volgens Frings.  halvə gø͂ͅljə (Lanklaar) halve gulden, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
ham, hesp schink: šeͅ.ŋk (Lanklaar), šeͅŋk (Lanklaar) ham [Goossens 1b (1960)] || hesp (onderscheid tussen voorste en achterste) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
hand hand: and (Lanklaar), ant (Lanklaar, ... ), hand (Lanklaar) een hand [ZND A1 (1940sq)] || hand [ZND 01 (1922)], [ZND m] || ik heb een splinter in mijn hand [ZND 07 (1924)] III-1-1
handen (kindernamen) polletjes: poͅləkə (Lanklaar) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) klauwen: klauwə (Lanklaar), schoppen: šōpə (Lanklaar) [N 10 (1961)] III-1-1
handgeld handgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  antxeͅljt (Lanklaar), hantjgeͅlt (Lanklaar) eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
handhamer hamer: hamer (Lanklaar  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]) [N 95, 742; monogr.] II-5
handkar stootbak: stūt˱bak (Lanklaar  [(klein wagentje dat getrokken wordt om materiaal naar het veld te vervoeren)]  ), stootkar: stuǝtkar (Lanklaar) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlamp acculamp: akylamp (Lanklaar  [(Eisden)]   [Eisden]) Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.] II-5