33725 |
hek |
barrier:
brēr (L422p Lanklaar)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|
33726 |
hek aan de ingang van een wei |
barrier:
brēr (L422p Lanklaar)
|
In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.]
I-8
|
19461 |
hek, hekwerk |
tuin:
tūn (L422p Lanklaar),
tūən (L422p Lanklaar)
|
Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
25061 |
helemaal, geheel en al |
aallijk:
ālək (L422p Lanklaar)
|
geheel (aallijk) [ZND B2 (1940sq)]
III-4-4
|
27987 |
helling van een koollaag |
helling:
helling (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De hoek die een koollaag maakt met het horizontale vlak. Deze hoek, de hellingshoek, kan 0 tot 90 graden bedragen. Naar gelang de hellingshoek onderscheidt men vlak liggende, halfsteile en steile lagen. Het overgrote deel der koollagen in Zuid-Limburg (Ned.) ligt onder een flauwe helling. Soms komen daar halfsteile en steile hellingen voor (Driessen, pag. 8). [N 95, 519; monogr.]
II-5
|
18998 |
helpen |
helpen:
eͅləpə (L422p Lanklaar)
|
helpen [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
27546 |
hemd |
hemd:
hɛmǝ (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Hemd, meestal gemaakt van flanel. [N 95, 60; monogr.]
II-5
|
19915 |
hemel |
hemel:
hiemël (L422p Lanklaar),
īməl (L422p Lanklaar),
īəməl (L422p Lanklaar)
|
Hemel. [ZND 01 (1922)], [ZND A1 (1940sq)]
III-3-3
|
34474 |
hen met kuikens |
brok:
brok (L422p Lanklaar)
|
Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
34470 |
hen zonder staart |
bolhen:
bǫlhen (L422p Lanklaar)
|
[N 19, 62b; monogr.]
I-12
|