e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bandschort met borststuk scholk: šoͅlk (Lanklaar) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bangerik bangerik: bangërik (Lanklaar), schouwerik: sjŏĕwërik (Lanklaar) Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] III-1-4
bankbiljet briefje: ps. omgespeld volgens Frings.  brēfkə (Lanklaar, ... ) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
baret baret (<fr.): bareͅt (Lanklaar) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs barmpje: Frings; half lang als lang omgespeld  bɛrəmkə (Lanklaar) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barvoets: bervës (Lanklaar) barrevoets [ZND 01 (1922)] III-1-3
bascule bascule: baskyl (Lanklaar), om aardappelen, graan ed. te wegen  basky(3)̄l (Lanklaar) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bebroed bevrucht ei verbroed (bijvgl. nmw.): vǝrbrø̄i̯t (Lanklaar) [N 19, 54c] I-12
bebroed onbevrucht ei vuil ei: vūl ęi̯ (Lanklaar), vuil gebroed (bijvgl. nmw.): vul gǝbrø̄i̯t (Lanklaar) [N 19, 54b] I-12
bed bed: beͅt (Lanklaar), sponde: het hele bed  spŏĕndë (Lanklaar) bed [ZND A1 (1940sq)] || sponde (+ betekenis (bed, of gedeelte daarvan) [ZND 07 (1924)] III-2-1