id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34581 | ladderboom | leierbalk: (mv) lęi̯.ǝrbɛ.lǝk (Lanklaar) | Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13 |
19668 | lade | lade: lāi (Lanklaar), lade van de tafel: lāi van də tôfəl (Lanklaar), tafellade: tōͅfəllāi̯ (Lanklaar) | een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)] || lade van een tafel [ZND 37 (1941)], [ZND 39 (1942)] III-2-1 |
27367 | laden | laden: lāi̯.ǝ (Lanklaar) | De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10 |
28276 | lader | laadman: lājman (Lanklaar [(Eisden)] [Zwartberg, Eisden]) | De persoon die op de laadpunten de kolen in de mijnwagens laadt door het openen en sluiten van de laadbak. Indien aanwezig, bedient hij ook de wagentrekker of de lier waarmee de wagens verplaatst kunnen worden. [N 95, 141; monogr.; Vwo 229; Vwo 236; Vwo 461; Vwo 465; Vwo 666] II-5 |
27854 | lading | vracht: vraxt (Lanklaar) | Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10 |
18304 | lage herenschoen, molière | lage schoen: līx šōn (Lanklaar) | herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3 |
32447 | lage klomp | klomp: [klomp] (Lanklaar) | Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12 |
18377 | lage klomp? | klomp: kloͅmp (Lanklaar) | klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3 |
18351 | lakschoen | laquschoen (<fr.): lakēšōn (Lanklaar) | lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3 |
18147 | lam | lam: laam (Lanklaar), lam (Lanklaar), lā.mp (Lanklaar), lammetje: lɛmkǝ (Lanklaar), schaapje: šø̄pkǝ (Lanklaar) | Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] I-12, III-1-2 |