e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sperwer havik: Frings; half lang als lang omgespeld  avek (Lanklaar), sperwer: Frings; half lang als lang omgespeld  spɛrwər (Lanklaar) sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
spie cale (fr.): kal (Lanklaar), kijl: kī.l (Lanklaar) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spier spier: spīr (Lanklaar) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1
spijbelen op de straat lopen: op ë stroat loupë (Lanklaar) Spijbelen (de school ontlopen, achter de hagen schoolgaan). [ZND 07 (1924)] III-3-1
spijkeren nagelen: nēǝgǝlǝ (Lanklaar) Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.] II-12
spikken spikken: (enkelv)  spek (Lanklaar) Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
spil van de berries kipspil: kepspel (Lanklaar) IJzeren spil waarmee de berries van de slagkar bevestigd zitten aan de draagbomen onder de bak. [N 17, 18; N G, 56c] I-13
spin spin: speͅŋ (Lanklaar) spin [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
spinnen spinnen: speͅnə (Lanklaar) spinnen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
spinnenweb spinnengeweef: speͅŋəgəwēf (Lanklaar), spènnəgəweeəf (Lanklaar), spinnenweb: speͅŋəweͅb (Lanklaar) spinnenweb [ZND 07 (1924)], [ZND B2 (1940sq)] III-4-2