e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuipen stuipen: stuupen (Lanklaar), sty(3)̄pə (Lanklaar) stuipen (kinderziekte) [ZND B1 (1940sq)] || stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (stuipen, stuiptrekken, begaovings, spinneweven). [N 107 (2001)] III-1-2
stuitbeen staartschroef: startšrouf (Lanklaar), stuitje: sty.tjə (Lanklaar) stuitbeen [gatschenk, stietje, startschroef] [N 10 (1961)] III-1-1
stuiter stuiter: ps. omgespeld volgens Frings.  stūfər (Lanklaar) waarde van 2 1/2 stuiver = 12 1/2 cent [stooter, stôêter?] [N 21 (1963)] III-3-1
stuiven van droog zand of stof stuiven: stüëvë (Lanklaar), ət bəgen tə styvən (Lanklaar), stuive  støjvə (Lanklaar) beginnen te stuiven (er waait droog en fijn zand rond bij winderig weer] [stieven, smoren, mouwen, stobberen, stubbelen] [N 22 (1963)] || stuiven [ZND 07 (1924)] III-4-4
stuiver (belg.) stuiver: ps. omgespeld volgens Frings.  stūvər (Lanklaar), støi̯vər (Lanklaar) Betekenis en uitspraak van: stuiver? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
stuk stock: stock (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) De hoeveelheid kolen die door één mijnwerker in één dienst, soms door twee mijnwerkers in twee opeenvolgende diensten, moet worden gewonnen. "Iedere kolenhouwer neemt gewoonlijk een drietal meter frontlengte voor zijn rekening. De aan elke houwer toegewezen taak heet stoklengte en wordt bij het einde van de dienst door stokmeters nauwkeurig nagemeten zodat het taakloon kan berekend worden" (Defoin pag. 86). [N 95, 482; N 95, 379; monogr.; Vwo 591; Vwo 749] II-5
stuks -vee stuk (vee): støk (Lanklaar) Een boer heeft 10, 12, 14 enz. stuks vee. [N 3A, 2] I-11
sturen sturen: størən (Lanklaar) sturen [ZND m] III-3-1
stutter ouvrier: ovri (Lanklaar  [(Eisden)]   [Domaniale]) Persoon die geregeld de betimmering van de mijngangen onderzoekt en onderhoudt. Volgens de informant van Q 15 was de stutter meestal een oudere houwer die zelfstandig onderhoudswerk deed in galerijen. Hij had een zogenaamd stuttersakkoord maar hij kon niet zoveel verdienen als een houwer aan het koolfront, meestal 5 à 10% boven gegarandeerd loon. [N 95, 152; monogr.; Vwo 153; Vwo 155; Vwo 371; Vwo 760; div.] II-5
suiker suiker: sŏĕkër (Lanklaar) suiker [ZND 07 (1924)] III-2-3