e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breinaald striknaald: striknōjl (Lanklaar) breinaald [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
breken breken: brēkə (Lanklaar) breken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
breken, doorbreken breken: breken (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]) Gezegd van ondersteuningen en met name de kap ervan. Ondersteuningen kunnen breken als gevolg van de druk in het gesteente. [N 95, 355; monogr.] II-5
brengen brengen: breŋə (Lanklaar) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
bretel bretel (<fr.): brəteͅlə (Lanklaar), help: hølpə (Lanklaar), øͅlpə (Lanklaar) bretellen (om de broek op te houden) [ZND B1 (1940sq)] || bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: breuëk (Lanklaar) breuk [ZND 01 (1922)] III-1-2
breuklijn breuklijn: breuklijn (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De lijn waarlangs het dakgesteente moet afbreken, wanneer de ondersteuningen geroofd worden. [N 95, 579; monogr.] II-5
breukpijler breukpijler: breukpijler (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545] II-5
brief brief: breef (Lanklaar), brēf (Lanklaar) brief [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-3-1
briesen snuiven: snūvǝ (Lanklaar), spruisen: sprū.zǝ (Lanklaar) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9