18787 |
breinaald |
striknaald:
striknōjl (L422p Lanklaar)
|
breinaald [ZND B1 (1940sq)]
III-1-3
|
17803 |
breken |
breken:
brēkə (L422p Lanklaar)
|
breken [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
27966 |
breken, doorbreken |
breken:
breken (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Gezegd van ondersteuningen en met name de kap ervan. Ondersteuningen kunnen breken als gevolg van de druk in het gesteente. [N 95, 355; monogr.]
II-5
|
17804 |
brengen |
brengen:
breŋə (L422p Lanklaar)
|
brengen [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
18392 |
bretel |
bretel (<fr.):
brəteͅlə (L422p Lanklaar),
help:
hølpə (L422p Lanklaar),
øͅlpə (L422p Lanklaar)
|
bretellen (om de broek op te houden) [ZND B1 (1940sq)] || bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuëk (L422p Lanklaar)
|
breuk [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
28076 |
breuklijn |
breuklijn:
breuklijn (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De lijn waarlangs het dakgesteente moet afbreken, wanneer de ondersteuningen geroofd worden. [N 95, 579; monogr.]
II-5
|
28074 |
breukpijler |
breukpijler:
breukpijler (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545]
II-5
|
21250 |
brief |
brief:
breef (L422p Lanklaar),
brēf (L422p Lanklaar)
|
brief [ZND 01 (1922)], [ZND m]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
snuiven:
snūvǝ (L422p Lanklaar),
spruisen:
sprū.zǝ (L422p Lanklaar)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|