34626 |
de stortkar doen achteroverslaan |
opstoten:
opstūtǝ (L422p Lanklaar),
ǫpstuǝtǝ (L422p Lanklaar)
|
De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88]
I-13
|
19640 |
de was blauwen |
blauwselen:
bleitsele (L422p Lanklaar)
|
blauwen [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
19716 |
de was doen |
(het) lijnwaad wassen:
ət līvəŋt wasə (L422p Lanklaar)
|
het linnen wassen [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
mangelen:
maŋələ (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar,
L422p Lanklaar)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)] || mangelen [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
spø̄lə (L422p Lanklaar),
spø̄ələ (L422p Lanklaar)
|
Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
stiəvə (L422p Lanklaar)
|
een hemd stijven [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19438 |
de was wringen |
wringen:
vreͅi̯ŋə (L422p Lanklaar),
vreͅŋə (L422p Lanklaar)
|
Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
28143 |
de watergoot reinigen |
rigole schoonmaken:
rǝgǫl sxōnmākǝ (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
[N 95, 790; monogr.]
II-5
|
34344 |
de zeug naar de beer brengen |
aanberen:
ānbē̜rǝ (L422p Lanklaar),
drijven:
dri.vǝ (L422p Lanklaar)
|
De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
25548 |
deeg kneden |
kneden:
knēję (L422p Lanklaar)
|
Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41]
II-1
|