e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een hellingshoek aanhouden afgaan: afgaan (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]) Een bepaalde hellingshoek naar beneden aanhouden bij de aanleg van bijvoorbeeld een steengang. [monogr.; N 95, 856; div.] II-5
een huis huren huren: hø͂ͅrə (Lanklaar) huren [ZND 01 (1922)] III-2-1
een koollaag meten markeren: markeren (Lanklaar  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Diktebepaling van de kolenlaag door meting. [N 95, 190; N 95, 191] II-5
een koollaag verkennen verkenning: verkenning (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Wanneer men een koollaag heeft aangetroffen, dan moet deze verkend worden en de koolwinning worden voorbereid. Men gaat dan onderzoeken, hoe het verloop van de koollaag is. Hiertoe maakt men in de koollaag galerijen en doortochten. Hierdoor krijgt men nagenoeg een zuiver beeld van de koollaag. Men weet hoe haar helling is op ieder punt, men kent de dikte en men weet of er storingen in voorkomen. [N 95, 189; N 95, 191; N 95, 202] II-5
een kophout plaatsen (een kophout) zetten: (een kophout) zetten (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Een voorlopige ondersteuning plaatsen tijdens de winning van een koollaag. Zie voor het object "kophout", "kopstijl" etc. het lemma Kophout. [N 95, 492; N 95, 291] II-5
een krijtstreep trekken lijn trekken: lijn trekken (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]) De richting in een mijngang werd op de kap aangegeven door het maken van een ±1 cm brede krijtstreep. De plaats waar deze krijtstreep moest worden gemaakt, was aangegeven op de uitbouwschets. Belangrijk was dat de krijtstreep haaks op de voet van de kap werd aangebracht. Nooit mocht men kappen op het oog in de richting leggen (MBK II pag. 42). [N 95, 855] II-5
een kuil graven een gat maken: gaat maken (Lanklaar) Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] III-1-2
een lastig karakter hebbend niet gemakkelijk: iè is neet gemekkelek (Lanklaar), niet mak: neet maak (Lanklaar) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
een lelijk gezicht trekken grimassen maken: gremasə mākə (Lanklaar), muilen maken: mulə mākə (Lanklaar) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een nachtmerrie hebben de maar heeft mich gereden: de meeër hêt mig gereejë (Lanklaar) Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)] III-1-2