e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
forsgebouwde koe vierkantige blok: vē.rkęnjtegǝ blǫk (Lanklaar), zware koe: zwǭr kō (Lanklaar) [N 3A, 141a] I-11
fortuin maken zich rijk maken: Hie maak zich riēk (Lanklaar) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos framboos: framboes (Lanklaar) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje franjel: fraanjël (Lanklaar) franje [ZND 01 (1922)] III-1-3
frankrijk frankrijk: Wier hebben in Frankriek geweist (Lanklaar), Wier hebben in Frankriek gezeten (Lanklaar) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
frater fratertje: Frings; half lang als lang omgespeld  frātərkə (Lanklaar) sijs: frater (13,5 bruin, maar zonder rood en zwart van barmsijs [009]; zeldzaam op trek; meest nog in het westen [N 09 (1961)] III-4-1
frisdrankenhuisje kantine: kanten (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma]), melkbar: melkbar (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15] II-5
fronsen fronsen: fronsen (Lanklaar) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] III-1-1
fruit, ooft fruit: fruit (Lanklaar, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 05 (1924)] I-7
futloze jongen lummel: dat is eine lummel (Lanklaar) Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)] III-1-4