e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lauw

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tollen doppen: doppen (Lauw) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
tomaat tomaat: tomatə (Lauw) tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
toneelspel concert (fr.): kozeir (Lauw) Toneel. III-3-2
tonen laten zien: letten zien (Lauw) Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] III-1-1
tong van een schoen lip: lip (Lauw) Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)] III-1-3
tonneau tonkar: ton˱kār (Lauw) Laag tweewielig rijtuigje voor vier personen met banken in de lengte van de bak en een achteringang. Het heeft vrij hoge wanden met afgeronde hoeken, waardoor het op een ton lijkt, en het is volledig open. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 7; N G, 51; monogr.] I-13
tortelduif roekduif: roekdauve (Lauw, ... ) Tortelduiven. III-3-2
touwtjespringen koordjespringen: kjotsje = touwtje en sprengen is springen  kjotsje sprengen (Lauw), Sub kjotsje.  kjotsje sprenge (Lauw) touwtje springen [SND (2006)] || Touwtje springen. III-3-2
traktatie bij het plaatsen van de mei meibier: meibier (Lauw) de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)] III-3-2
traktatie van de bruidegom (kwansel) zuip: zuip (Lauw) de tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel] [N 112 (2006)] III-3-2