33984 |
achterhaam |
achterhaam:
ɛ̄.tǝrhǭm (Q240p Lauw)
|
Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.]
I-10
|
17572 |
achterhoofd |
bol:
bol (Q240p Lauw)
|
Achterhoofd (achterkop, bol(les)). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
33802 |
achterknie |
hakken:
hakǝ (Q240p Lauw)
|
Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12]
I-9
|
19445 |
achteruit |
terug-ju(j):
tryk jȳ (Q240p Lauw)
|
Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.]
I-10
|
34584 |
achterwand |
hoofdbred van achter:
høi̯t˱brē̜.t van ɛ̄.tǝn (Q240p Lauw)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
26381 |
achterwater, onderwater |
achterwater:
ā.tǝrwǭ.tǝr (Q240p Lauw)
|
Het water achter de sluizen. De woordtypen beek (Q 88) en grote wijer (Q 88) zijn specifiek van toepassing op het achterwater bij bovenslagmolens. [Jan 88; Coe 43]
II-3
|
17630 |
adamsappel |
knobbel:
knobbel (Q240p Lauw)
|
Adamsappel (bierknop, (keel)knobbel). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
34247 |
afgeroomde melk |
afgelaten melk:
ǭfxǝluǝtǝ mę.lǝk (Q240p Lauw),
romer:
rōmǝr (Q240p Lauw)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
18039 |
afhangend gezwel |
knop:
knoep (Q240p Lauw)
|
Een afhangend gezwel (kwabbel, knoebel, knoep, lel) [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17583 |
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) |
capoul:
-> Victor Capoul?
kapoel (Q240p Lauw)
|
Kortgeknipt haar met alleen van voor een afhangend kuifje (ponnie, fru(fru), bles, stroef, kapoel). [N 109 (2001)]
III-1-1
|