18208 |
kiel |
jas:
jas (K317p Leopoldsburg),
kiel:
kiel (K317p Leopoldsburg),
kīəl (K317p Leopoldsburg)
|
kiel [ZND A2 (1940sq)] || kiel (kledingstuk voor mannen) [ZND 27 (1938)] || kiel, blauwlinnen of katoenen jasje van werklieden en boeren [keel, toekiel, kletsjet, plankerten] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22399 |
kien! |
kien:
kien (K317p Leopoldsburg)
|
Wat roept de speler als hij een rijtje bezet heeft? [katern, hammeke, kien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienen:
kienen (K317p Leopoldsburg)
|
Het spel waarbij de spelers elk één of meer kaarten hebben met daarop een aantal cijfers tussen 1 en 90. Die cijfers moeten opgevuld worden; ze worden willekeurig opgeroepen; winnaar is degene die het eerst een rij vol heeft [kienen, lotto, kienspel]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17764 |
kies |
baktand:
baktand (K317p Leopoldsburg),
dobbele tand:
een dobbeltand (K317p Leopoldsburg),
maaltand:
een moaltand (K317p Leopoldsburg)
|
een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
20498 |
kieskauwer |
difficiele, een -:
nən diffisielə (K317p Leopoldsburg)
|
lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18818 |
kieskeurig |
difficile (fr.):
mar.: verwijzen naar WLD III, 2.3. de lemmata kieskauwer, kieskauwerig, kieskauwen )p. 14 - 17)
difficile (K317p Leopoldsburg)
|
niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17919 |
kietelen |
kriebelen:
kriebələ (K317p Leopoldsburg)
|
Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24416 |
kieuwen |
kieuwen:
ook in ZND 27, 084
kīəwə (K317p Leopoldsburg)
|
kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21828 |
kieuwen (wbd) |
roepen:
roepen (K317p Leopoldsburg)
|
uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18893 |
kiezen |
kiezen:
kiezen (K317p Leopoldsburg)
|
een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|