e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kroon kroon: nə kruən (Leopoldsburg) een kroon [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
kruidenier kruidenier: kruidenier (Leopoldsburg) een winkelier, kleine handelaar in koffie, thee, rijst, meel, zout, zeep, gedroogde vruchten, specerijen enz. [kruidenier, epicier, komenij] [N 89 (1982)] III-3-1
kruidnagel kruidnoot: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10  kruinoot (Leopoldsburg), kruinouet (Leopoldsburg) een kruidnagel (specerij, met een scherpe smaak, in de vorm van een spijker; Fr. clou de girofle) [ZND 01u (1924)] III-2-3
kruien kruien: krǭi̯ǝ (Leopoldsburg), vervoeren: vǝrvȳrǝ (Leopoldsburg) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: kruik (Leopoldsburg), stoop: stoop (Leopoldsburg) kruik [ZND 29 (1938)] III-2-1
kruim kruim: kraijm (Leopoldsburg) kruim [ZND 29 (1938)] III-2-3
kruin kruin: kruin (Leopoldsburg), kruintje: kroenteke (Leopoldsburg) de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)] III-1-1
kruipend ongedierte kruipbeestjes: krøͅbiəskəs (Leopoldsburg) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruis kruis: een kroas, twee kroasen (Leopoldsburg), kr"s (Leopoldsburg), ə kr"s (Leopoldsburg) Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] || Een kruis. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
kruisen, kruisdagen? kruisen: krö.s (Leopoldsburg) kruisen [RND] III-3-3