33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
trog:
[trog] (K317p Leopoldsburg)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
koekrib:
kui̯krøp (K317p Leopoldsburg)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|
21738 |
loteling |
loteling:
loteling (K317p Leopoldsburg)
|
iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22400 |
loten |
loten:
loten (K317p Leopoldsburg)
|
Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21194 |
luchtballon |
luchtballon:
luchtballon (K317p Leopoldsburg)
|
een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18918 |
lui |
lam:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
zo lam als een kalf of mətte (K317p Leopoldsburg),
lui:
lui (K317p Leopoldsburg),
tam:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
tam (K317p Leopoldsburg)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)] || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
mensen:
mɛ͂nsən (K317p Leopoldsburg),
rijke minsə (K317p Leopoldsburg)
|
mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
blaten:
ook materiaal znd 28, 53
blijten (K317p Leopoldsburg),
blɛjtə (K317p Leopoldsburg),
janken:
janken (K317p Leopoldsburg),
ook materiaal znd 28, 53
jankə (K317p Leopoldsburg)
|
luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] || zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23217 |
luiden |
luiden:
de klok luien (K317p Leopoldsburg),
də klok leuje (K317p Leopoldsburg),
lø.jə (K317p Leopoldsburg),
løjə (K317p Leopoldsburg)
|
De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Luiden. [ZND A2 (1940sq)]
III-3-3
|
23252 |
luiden voor de mis |
luiden voor de mis:
het luit voor de mis (K317p Leopoldsburg),
’t leuët vo də mis (K317p Leopoldsburg)
|
Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)]
III-3-3
|