32581 |
mestspade, mestmes |
mestschup:
[mest]sxøp (K317p Leopoldsburg)
|
Het voorwerp waarmee men het in het vorige lemma bedoelde werk verrichtte. Dit gereedschap werd ook wel gebruikt voor het afsteken van ingekuild veevoeder of geperst hooi. Van de onderstaande termen zijn er vele niet specifiek voor de meststeker: zij noemen een bepaald soort gerei dat ook voor ander werk te gebruiken is. Voor de varianten van mest zij verwezen naar het lemma (stal)mest. [N 18, 15 + 21d; N 5A, 50b; N 11A, 12; monogr.]
I-1
|
33622 |
mestvaalt |
mesthoop:
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mesthoeəp (K317p Leopoldsburg)
|
[ZND 01 (1922)]
I-7
|
31862 |
met de draad mee schaven |
volgens de draad schaven:
volgǝs˱ dǝ drǭt sxǭvǝ (K317p Leopoldsburg)
|
In de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 114]
II-12
|
33863 |
met de poten dicht bijeen staan |
(een) madammeke:
madamǝkǝ (K317p Leopoldsburg),
(het heeft) osseknieën:
ǫsǝknii̯ǝ (K317p Leopoldsburg)
|
[N 8, 78a en 78b]
I-9
|
33862 |
met de poten te ver uit elkaar staan |
een goede om patatten te aarden:
nǝ gui̯ǝ patatǝ tǝ ɛ̄rǝ (K317p Leopoldsburg)
|
[N 8, 78b]
I-9
|
22341 |
met de vlakke hand op iemands rug slaan |
slagen:
slagen (K317p Leopoldsburg)
|
Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22641 |
met een drijftol spelen |
doppen:
doppen (K317p Leopoldsburg),
met de dop spelen:
met den dop spelen (K317p Leopoldsburg)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
dop draaien:
doͅpdroͅ:jə (K317p Leopoldsburg),
doppen:
doͅpə (K317p Leopoldsburg),
met de kapdop spelen:
met de kapdop spelen (K317p Leopoldsburg)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
32751 |
met een voor spitten |
spaden:
[spaden] (K317p Leopoldsburg)
|
Manier van spitten, waarbij men - achterwaarts gaande - de ene voor naast de andere graaft en de uitgestoken aarde omgekeerd in de open voor deponeert. Uit minder specifieke termen als (om)spaden en (om)graven kan worden afgeleid, dat ter plaatse meestal in voren wordt gespit. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men het lemma spitten. [N 11, 65b; N 11A, 148a; monogr.]
I-1
|
22347 |
met sneeuwballen gooien |
sneeuwballen gooien:
sneeuwbal gooien (K317p Leopoldsburg)
|
Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|