e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omslagboor zwongboor: zwǫŋbōr (Leopoldsburg) Houtboor met een houten of metalen C-vormige booromslag waarmee een draaiende beweging wordt gegeven aan het boorijzer. Zie ook het lemma ɛomslagboorɛ in Wld II.11, pag. 84.' [N 53, 160c; monogr.] II-12
omslagdoek (alg.) neusdoek: neusdoek (Leopoldsburg) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak foulardje (<fr.): foulardje (Leopoldsburg) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak sjaal: sjal (Leopoldsburg) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omwalde akker veld: vęlt (Leopoldsburg) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
onbeleefd onbeleefd: onbeleefd (Leopoldsburg) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd onbeschoft: onbeschoft (Leopoldsburg) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbruikbare voorraad rossignol (fr.): Van Dale (FN): rossignol, 3. winkeldochter -&gt; slecht lopend artikel.  rossignol (Leopoldsburg) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
onderdelen nummeren numeroteren: nymǝrǫtērǝ (Leopoldsburg), paren: paren (Leopoldsburg) De onderdelen van een nummer voorzien, opdat de constructie later gemakkelijker in elkaar gezet kan worden. Zie voor het woordtype paren ook het lemma ɛparenɛ in Wld II.9, pag. 111.' [N 53, 207] II-12
onderdeur onderstuk: ǫndǝrstøk (Leopoldsburg) Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.] I-6