22366 |
pinkelhoutje |
kiskas:
kiskas (K317p Leopoldsburg),
nə kiskas (K317p Leopoldsburg)
|
Het kleine stokje dat wegvliegt [kal, kis, giet, goes, goers, hil]. [N 88 (1982)] || Hoe heet het kleine stokje uit 65a dat wegvliegt? [ZND 34 (1940)]
III-3-2
|
22732 |
pinstokken (voor de slee) |
pikken:
pekə (K317p Leopoldsburg)
|
pikstokken waarmee de kinderen een slee (waarop ze zitten) voortduwen [N 08 (1961)]
III-3-2
|
20060 |
pioen |
pinksterroos:
2x
pinksterroos (K317p Leopoldsburg),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
pinksterroeës (K317p Leopoldsburg),
pioen:
-
pioen (K317p Leopoldsburg),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
pioen (K317p Leopoldsburg),
potroos:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
potroeës (K317p Leopoldsburg),
sinksbloem:
-
sinksblom (K317p Leopoldsburg),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
sinksbloem (K317p Leopoldsburg)
|
Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.)
I-7, III-2-1
|
33570 |
pit van een steenvrucht |
pit:
pit (K317p Leopoldsburg)
|
kern [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33495 |
pit, kern van fruit |
kern:
keənə (pl) (K317p Leopoldsburg),
kɛ.nə (pl) (K317p Leopoldsburg),
pit:
pit (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg)
|
[RND 07] [ZND 01 (1922)] [ZND 27 (1938)]
I-7
|
22734 |
plankmis |
henk:
henk (K317p Leopoldsburg)
|
De plank missen bij het kegelspel [henk, olie]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
26728 |
plas of meertje midden in de hei |
ven:
vęn (K317p Leopoldsburg)
|
N 27, 23a vroeg naar ''plas of meertje midden in de hei''; I, 19 vroeg naar ''plassen, gevormd na afgraving van de turf''; 11, 10 vroeg naar ''watergat, veenkuil'' en II, 11 naar een ''plas, vooral een halfdichtgegroeide veenplas''. Al deze vragen zijn in dit lemma versmolten. [N 27, 23a; I, 19; II, 10; II, 11]
II-4
|
17912 |
plassen (met water) |
pletseren:
pleͅstərə (K317p Leopoldsburg)
|
knoeien met water, in t water plassen [klosse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19417 |
plattebuiskachel |
leuvense stoof:
leuvensə stoof (K317p Leopoldsburg)
|
Lange kookkachel met langwerpige platte buis en zichtbare pot (boerenkachel, leuvense kachel, platte buis (kachel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
25179 |
plensbui, zware bui |
bijs:
əm beͅs/ə—zəkə (v) (K317p Leopoldsburg)
|
zware plensbui [zeng, schoer, sjoel, goersj] [N 22 (1963)]
III-4-4
|