e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tong van een schoen tong: toug (Leopoldsburg) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
toonbank toog: toog (Leopoldsburg) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
top van de boom top: tǫp (Leopoldsburg) Vgl. ook afb. 1c. Zie voor de woordtypen doude en doudehout uit respectievelijk Sittard (Q 20), Klimmen (Q 111), Meeswijk (L 424) en Schinnen (Q 32) ook het RhWb I, kol. 1388, s.v. Dolde, ø̄Baumwipfelø̄, en voor het woordtype sop uit Meeuwen (L 364) wnt XIV, kol. 2529, s.v. ɛsop IIIɛ, ø̄topø̄.' [N 50, 7c; N 75, 86b; monogr.] II-12
traag traag: traag (Leopoldsburg) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten zemelen: zemelen (Leopoldsburg) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw trees: trees (Leopoldsburg) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] III-1-4
traktatie bij het plaatsen van de mei ton bier: ton bier (Leopoldsburg) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
tranende ogen prutogen: prutoeëge (Leopoldsburg) oog: tranende ogen [sijp-, siep-, sijper-, seeper-, soep-, leep-, prutooge] [N 10 (1961)] III-1-1
trant gang: gàng (Leopoldsburg) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] III-1-2
trap trap: tràp (Leopoldsburg) Elk der boven elkaar gelegen en terugwijkende opstapjes die samen een trap in een huis vormen, waarlangs men naar een andere verdieping kan gaan (trede,tree,trap) [N 79 (1979)] III-2-1