22861 |
trommeltje |
trommeltje:
trumḷkə (K317p Leopoldsburg)
|
trommeltje [RND]
III-3-2
|
22683 |
tromp? |
carnavalfluit:
carnavalfluit (K317p Leopoldsburg)
|
Een fluitje met een stalen veer die uitrolt als op het fluitje geblazen wordt [tromp]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22672 |
trompet |
trompet:
trompet (K317p Leopoldsburg)
|
Het koperen blaasinstrument met een schetterende, doordringende toon [trompet, toet]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18857 |
troosten; troost |
troost:
troost (K317p Leopoldsburg)
|
het schenken van bemoediging en verzachting bij smart, of droefheid [troost, konsolatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33595 |
tros vruchten |
resem:
rēseͅm (K317p Leopoldsburg),
tros:
tros (K317p Leopoldsburg)
|
tros [ZND 32 (1939)]
I-7
|
20384 |
trouwen |
trouwen:
trouwen (K317p Leopoldsburg)
|
door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18690 |
trouwpak |
trouwkostuum:
trouwkostuum (K317p Leopoldsburg)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18169 |
trui |
pullover:
pullover (K317p Leopoldsburg),
trui:
trui (K317p Leopoldsburg)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18083 |
tuberculose |
tering:
teering (K317p Leopoldsburg),
tēreŋ (K317p Leopoldsburg)
|
Een besmettelijke ziekte die ontstaat doordat tuberkelbacteriën in het lichaam van het dier geraken. De besmetting kan op verschillde wijzen gebeuren: direct, doordat de smetstof met de ingeademde lucht of het opgenomen voedsel van lijders aan tuberculose belandt in het lichaam van gezonde stalgenoten; indirect, doordat de smetstof via zuivelfabrieken met de melk van het ene bedrijf op het andere terechtkomt. Het is een slepende ziekte. Zie ook het lemma ''tuberculose'' in wbd I.3, blz. 483.' [N 3A, 85a; N 52, 17a; A 48A, 30a] || Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, loosziekte). [N 84 (1981)]
I-11, III-1-2
|
34292 |
tuiertuig |
tuier:
tø̜i̯ǝr (K317p Leopoldsburg)
|
Het tuiergereedschap in het algemeen. [N 3A, 14h]
I-11
|