21433 |
verbeuzelen |
lameren:
Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.
lameren (K317p Leopoldsburg)
|
zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
vərbində (K317p Leopoldsburg)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18940 |
verbruien |
begaden:
begaaien (K317p Leopoldsburg),
tegenslaan:
tegenslaan (K317p Leopoldsburg),
verknoeien:
verknoeien (K317p Leopoldsburg)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17932 |
verdacht rondlopen |
wat van zin zijn:
wat is diejə van zin (K317p Leopoldsburg)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21798 |
verdachte zaak |
louche (<fr.) zaak:
louche zaak (K317p Leopoldsburg)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
verdenken:
verdenken (K317p Leopoldsburg)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
geldverdienen (K317p Leopoldsburg)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
boven:
bovə (K317p Leopoldsburg)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
verdriet:
verdriet (K317p Leopoldsburg)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
verdrogen:
vǝrdruǝgǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|