e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blazen blazen: blōͅrə (Leopoldsburg) blazen [N 10b (1961)] III-1-1
bleek bleek: bliejək (Leopoldsburg) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
blijvend gebit (het heeft) gewisseld: gǝwesǝlt (Leopoldsburg) Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b] I-9
blikaars brobbels: broebəls (Leopoldsburg) Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker(d), blik, smet). [N 84 (1981)] III-1-2
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (m).  nəmbleksəm (Leopoldsburg) bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemafleider (Leopoldsburg) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: t bliksemt.  t bleksəmt (Leopoldsburg) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
blikslager blikslager: blękslāgǝr (Leopoldsburg) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blindemannetje spelen blinddoeken: blinddoeken (Leopoldsburg) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
bloed bloed: bloet (Leopoldsburg), blū.ət (Leopoldsburg) bloed [N 10 (1961)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-1